Dit is een vis die veel in vijvers gehouden wordt. En terecht. Omdat deze vis graag vlak onder het wateroppervlakte zwemt is dit dier goed te zien. De goudwinde zwemt vlak onder het oppervlakte omdat het graag jaagt op insecten. Hierbij kunnen ze behoorlijk hoog uit het water springen om een lekkernij te verschalken. Dit heeft als nadeel dat een hele enkele keer een inschattingsfoutje wordt gemaakt en het dier op de oever terecht komt. Door het actieve jachtgedrag zullen goudwindes niet gevoerd hoeven te worden. Ze vinden genoeg voer in en boven de vijver. Een groot voordeel van de goudwinde is dat ze geen waterplanten eten.
Het dier houdt van zuurstofrijk en stromend water. Ze zijn dan ook dol op watervallen en fonteinen. Voor de voortplanting heeft ze zelfs stromend water nodig. De paaitijd begint eind mei en zetten de eitjes af in ondiepe delen van de vijver, op stenen of planten. De eitjes komen na 10 ~ 20 uit. De jongen zijn dan ongeveer 6 minimeter groot. Na een jaar of twee zijn ze geslachtsrijp. In een vijver kunnen ze ongeveer 40 cm lang worden.
Het is een heel sociaal dier. Daarom moet je het met minimaal 5 exemplaren houden. Meer is altijd beter. Alleen zal het zich verschuilen en zich schichtig gedragen. Het is een snelle vis die zich bij onraad snel verstopt. Hierdoor is het geen gemakkelijke prooi voor een kat of reiger. Maar als ze zich verstoppen, dan kan het gebeuren dat ze zich een paar dagen niet laten zien.
De goudwinde is erg gevoelig voor medicatie of anti-algmiddelen. Hierdoor is het niet mogelijk om zieke vissen in de vijver te behandelen.