Een goede reiziger reist met het openbaar vervoer. Hij vertrekt natuurlijk op tijd. En wel zodanig dat de conducteur hem ziet aan komen lopen. Natuurlijk heeft hij dan geen haast, neemt de tijd en rekent er dan op dat de trein op hem wacht. Als dat niet zo is, dan vloekt en scheldt hij. Maar natuurlijk op zo'n volume dat iedereen het luid en duidelijk kan horen.
Komt zijn trein eraan dat staat hij vooraan bij de deur. Staat hij daar niet dan zorgt hij er wel voor dat hij toch vooraan komt te staan. Dat er al passagiers uitstappen.... ach, die moeten voor hem aan de kant. Gelukkig helpt het hem dat hij een grote rugzak draagt, zodat hij na een keer ronddraaien weer lekker de ruimte heeft.
Gelijk binnen in de trein kijkt hij of er nog een bank, of nog liever twee banken tegen over elkaar, leeg is. Op een zitplaats hoort natuurlijk zijn rugzak, op de andere zit hij zelf. Is de bank tegenover hem leeg, dan kan hij daar perfect zijn voeten kwijt.
Ik ga er maar even van uit dat hij een enkele bank te pakken heeft kunnen krijgen. Gelukkig reist hij in de spits, dus de NS houdt er al rekening mee, er worden dan altijd extra treinen in gezet.
Maar als het dan wat drukker wordt, de trein loopt toch vol, dus iedereen zoekt een plekje. Dan is de perfecte reiziger verbaasd dat iemand het lef heeft om te vragen of die op de plaats van de rugzak mag zitten. De reiziger zegt toch niets maar kijkt hij de vraagsteller een keer kwaad aan. Is hij in een goede bui dan zal hij de medereiziger wijzen op een andere zitplaats.
Is zijn medereiziger vasthoudend dan zal hij een paar keer diep zuchten. Toch zal hij uiteindelijk wel opstaan en met veel lawaai de rugzak in het kofferrek deponeren.
Dan blijkt hij ook nog een smartphone te bezitten. Bellen doet hij tegenwoordig niet veel meer. Maar zo'n phone is natuurlijk een geweldige mp3-speler. Bij hem staat het geluid altijd vol uit. Want alleen dan kun je genieten van de muziek. Dat hij een koptelefoon draagt maakt niet uit, de muziek is zo geweldig, daar moet iedereen van genieten, de hele coupe. Geweldig toch dat hij zo goed is, dat hij alles met zijn medereizigers wil delen.
Dus als hij toch een keer telefoon krijgt, dan zal hij luid en duidelijk een gesprek door die telefoon voeren. Iedereen moet toch begrijpen dat hij iets belangrijks te bespreken heeft. Oh, ja... die stikkers op het raam... STILTE, die zitten er alleen om zijn medereizigers er op te attenderen dat iedereen hem met rust moet laten.
En dan die rare conducteur. Die wil een plaatsbewijs zien. Man die heb je de laatste tijd al vaak genoeg gezien, je weet dat ik een abonnement heb, toch? Waarvoor dan toch nog een keer zien of ie nog geldig is? Maar goed... weer een diepe zucht, en dan diept hij toch uit een zak die kaart te voorschijn.
En dan na een tijdje komt de trein op zijn eindbestemming. De goede reiziger is dan natuurlijk de eerste bij de deur. Wel doet hij eerst natuurlijk uitgebreid zijn rugzak om. Dat doet hij in het gangpad want dat vindt hij gemakkelijk. Dat hij daarbij minstens 3 medepassagiers een beste oplawaaier verkoopt, dat hoort erbij... De deur is nog niet te openen, dus de knop moet het ontgelden. Die wordt minstens 50 keer ingedrukt, want hij moet en zal als eerste de trein uit zijn. Daarna is hij snel op weg naar de volgende trein... want zijn reis zit er nog lang niet op.